Sinds de dertiger jaren zijn koelmiddelen gebaseerd op een mengsel van ethyleen glucose, water en corrosie beperkende middelen. Al deze mengsels hebben fysieke en chemische beperkingen die de prestaties van de motor verminderen en de betrouwbaarheid beïnvloeden. Evans waterloze koelmiddelen zijn een enorme stap voorwaarts in motorkoeling en -bescherming.
De heetste gebieden binnen het koelsysteem zijn de oppervlakken die grenzen aan de verbrandingskamer, met name de cilinderwanden en de cilinderkop. Evans heeft bewezen dat daar glycol-water-mengsels regelmatig de grens overschrijden tussen het efficiënte kookpunt (ENB = Efficient Nucleate Boiling (B in Fig.1)) en inefficiënte oververhitting (inefficient Critical Heat Flux (CHF)).
Deze CHF is gelijk aan het punt waarop het efficiënte kookpunt wordt overschreden (de conditie Departure from Nucleate Boiling (DNB)). Wanneer het punt DNB bereikt wordt in een motorkoelsysteem, dan ontstaat er een dunne laag luchtbellen op de grens van deze hete gebieden (A in Fig.1). Dit wordt ook wel Film Boiling genoemd; een kokende laag vloeistof grenzend aan een oppervlak. Omdat de warmteafvoer via stoom minder dan een dertigste bedraagt van die van water, raken de nabijgelegen metalen oppervlakken snel oververhit. Dit proces versterkt zichzelf en leidt tot een oververhitte motor.
Deze oververhitting en excessieve thermische spanning leidt tot diverse problemen, waaronder:
Caterpiller beweert dat "Oververhitting (is) de meest voorkomende oorzaak van motorproblemen en verantwoordelijk voor meer dan 50% van alle fatale motorstoringen".